De JLL Workforce Preference Barometer 2025, een wereldwijd onderzoek onder duizenden kantoormedewerkers, laat zien hoe hybride werken de kantoormarkt fundamenteel heeft veranderd. De toekomst is aan kantoren die medewerkers willen bezoeken.
Nederland neemt als pionier een unieke positie in: de transitie naar het hybride werken is grotendeels voltooid. Dat terwijl andere markten nog zoeken naar waar de balans ligt. Nederlandse werknemers zijn gaandeweg kritischer en autonomer geworden, maar dit leidt tot meer stabiliteit. Denk aan een betere balans tussen werk en privé, minder burn-outs, minder personeelsverloop en een heldere vraag naar kwaliteit. Voor de vastgoedmarkt betekent deze ontwikkeling geen bedreiging. Integendeel. De uitkomsten bieden een concrete routekaart waarin werknemersvoorkeuren een directe businesscase vormen om vastgoed toekomstbestendig te maken.
De drie wereldwijde trends voor de kantoormarkt
Drie trends bepalen de dynamiek op de kantoormarkt wereldwijd:
1.Acceptatie is geen garantie voor naleving
Medewerkers accepteren dat er beleid is voor het hybride werken. Maar dat neemt niet weg dat de kantoorervaring de reistijd en -moeite nog steeds daadwerkelijk waard moet zijn. Een matig kantoor leidt onvermijdelijk tot een lagere bezettingsgraad.
2.Werk-privébalans is de nieuwe nummer één
Autonomie over de eigen agenda is cruciaal. Voor 65 procent van de medewerkers wereldwijd is het bereiken van een betere balans tussen werk en privé topprioriteit. In Nederland ligt dit percentage, met 70%, hoger.
3.Burn-out is een direct retentierisico: Een onprettige werkomgeving en een hoge werkdruk jagen talent weg. Van de medewerkers overweegt ruim één op de vijf binnen een jaar te vertrekken (24% wereldwijd). Daarvan zegt meer dan de helft (57%) tegen een burn-out aan te zitten. In Nederland is dit retentierisico, oftewel het risico dat medewerkers weggaan bij de de organisatie, lager. Dat zorgt voor een stabielere basis voor huurders.
De Nederlandse reflectie op de wereldwijde trends
Nederland is, als pionier, de wereldwijde trends voorbij. Daar waar andere landen nog worstelen met de overgang naar hybride werken, is de situatie in Nederland gestabiliseerd. Kortom, we zijn al doorontwikkeld. De data tonen aan dat deze voorloperrol zowel kansen als uitdagingen met zich meebrengt.
Het Nederlands kantoormodel: autonomie bepaalt patroon
Nederland is wereldwijd een trendsetter op het gebied van hybride werken. Internationaal is nog een dalende trend zichtbaar in de verwachtingen van werknemers over het aantal werkdagen per week op kantoor. De shift naar hybride werken is daar nog volop in gang. Nederland heeft deze transitie al voltooid. Wereldwijd ligt het zwaartepunt nog op vier tot vijf kantoordagen. Nederland heeft een model van twee tot drie dagen omarmd. Dat met een stabiel tot licht stijgend gemiddelde van 2,8 dagen per week.
De voorloperrol blijkt ook uit de snelheid waarmee Nederlandse organisaties en werknemers zich de afgelopen jaren aanpasten aan nieuwe werkvormen. De kern van het Nederlandse succes ligt in autonomie: Nederlandse medewerkers geven aan gemiddeld 2,8 dagen per week naar kantoor te komen, terwijl slechts 53% van de Nederlandse werknemers een vast aantal kantoordagen (voornamelijk een tot twee dagen) opgelegd krijgt. Dat duidt op een werkcultuur die meer op vertrouwen en overleg is gebaseerd dan op strikte regels. Andere landen worstelen nog met de overgang naar flexibele werkmodellen.
Beperkt beleid werkgevers Nederland over hybride werken
Hoger verwachtingspatroon
Echter, de zelfstandigheid en volwassenheid in hybride werken hebben een keerzijde: Nederlandse werknemers zijn kritischer over wat hun werkgever hen te bieden heeft. Zij maken een keuze tussen thuis- en kantoorwerk. Daarom moeten werkgevers waarde leveren om medewerkers naar kantoor te krijgen. De zelfstandige en kritische houding komt ook terug in de algemene waardering voor de werkgever. Slechts 47% beschouwt hun organisatie als 'een geweldige plek om te werken'. Dat cijfer is wereldwijd 62%. Dit wijst niet zozeer op onvrede bij Nederlanders, maar op een hoger verwachtingspatroon. De algemene werknemerservaring en de waarde van een kantoordag vergen continu aandacht.
Verdeling vijf werkdagen over verschillende werkplekken
Prioriteiten van de werknemer: balans en bereikbaarheid
De roep om een betere balans tussen werk en privé klinkt in Nederland luider dan wereldwijd. 70% van de werknemers noemt dit een topprioriteit. De focus op balans tussen de twee elementen, lijkt een tastbaar effect te hebben: het risico op een burn-out in Nederland ligt met 17% significant lager dan het Europese gemiddelde van 37%. Desondanks blijft welzijn een belangrijk aandachtspunt. Nog steeds voelt bijna één op de vijf werknemers zich kwetsbaar. Na ‘balans’ worden ‘een passend salaris’ en ‘de behoefte aan zingeving’ in het werk als belangrijkste prioriteiten gezien. Dat zijn typisch Nederlands accenten.
Aanzienlijke kosten
Voor werkgevers zijn de kosten van burn-outs aanzienlijk. TNO schreef €4,9 miljard van het totale werkgerelateerd verzuim in 2023 toe aan psychosociale arbeidsbelasting. Daar maken burn-outs een belangrijk deel van uit. Het verder verlagen van de risico’s op burn-outs en het voorkomen van de bijbehorende, langdurige verzuimkosten zijn dan ook noodzakeljk. Dat biedt direct meer financiële stabiliteit en voorspelbaarheid van de kosten voor werkgevers. Zeker gezien de hoge financiële lasten van langdurig ziekteverzuim in Nederland.
Aanzienlijk hogere retentie
Het positieve effect van de focus op balans en welzijn blijkt ook uit de Nederlandse cijfers over retentie. Slechts 14% van de respondenten verwacht het komende jaar van baan te wisselen. Dat is aanzienlijk lager dan het wereldwijde gemiddelde van 24%. Dit suggereert dat de nadruk op de balans tussen werk en privé daadwerkelijk bijdraagt aan het behoud van talent. Dat is een groot voordeel in een arbeidsmarkt waar de werkloosheid in september 2025 slechts 4,0% bedraagt (CBS, 2025).
Belang van locatie
Ook het belang van de locatie komt steeds prominenter naar voren. Kantoorgebruikers hebben de afgelopen jaren bewust gekozen voor strategisch gelegen locaties bij central business districts en stations. Dat om talent aan te trekken en te behouden. Deze keuze blijkt effectief: 54% van de werknemers noemt het verminderen van reistijd als doorslaggevende factor bij het kiezen van een nieuwe werkgever. Een centraal gelegen kantoor met directe aansluiting op het openbaar vervoer levert daarmee een duidelijk concurrentievoordeel op in de strijd om talent.
Nederland ten opzichte van wereldwijde uitkomsten survey
Kritische blik op kantoorkwaliteit: aandachtspunten voor werkgevers en investeerders
De Nederlandse werknemer is kritischer op de kwaliteit van het kantoor dan collega’s wereldwijd. Waar slechts 6% van de medewerkers in Nederland hun werkplek als ‘volledig ideaal’ beschouwt, ligt wereldwijd het gemiddelde op 20%. 82% beoordeelt de werkplek als ‘redelijk’ tot ‘goed’, maar het ontbreekt aan echt enthousiasme. Dit benadrukt het belang van investeren in de kwaliteit van het kantoor. Dat om een aantrekkelijke en ideale werkomgeving te bieden.
Nederlandse medewerkers geven specifiek lagere waarderingen voor:
- Akoestiek en geluidsniveaus
- Duurzaam ontwerp (bijvoorbeeld circulariteit en slimme technologie)
- Aanwezigheid van planten en groen
- Toegang tot buitenruimte
Voor werkgevers en investeerders zijn dit concrete actiepunten om mee te nemen in besluitvorming over huisvesting en gebouwinvesteringen. Structurele aandacht voor deze factoren draagt direct bij aan het verhogen van medewerkerstevredenheid en aan de duurzame waarde van het vastgoed.
Vaker op kantoor dan gevraagd
Werkgevers hanteren in toenemende mate een hybride model. Bijna 70% van de werknemers krijgt geen tot twee kantoordagen opgelegd. Opvallend is dat werknemers gemiddeld meer dagen op kantoor werken dan gevraagd. Dat wijst op een positieve beleving en intrinsieke motivatie.
Toch staat 41% van de medewerkers terughoudend tegenover een verplichting om vaker naar kantoor te komen. Vooral vanwege zorgen over productiviteit (45%), levenskwaliteit (43%) en het missen van het hybride werken als onderdeel van hun baan (40%). Dit benadrukt dat het kantoor aantrekkelijk moet blijven en als waardevolle bestemming moet functioneren. Zeker vanwege de war for talent en een krappe arbeidsmarkt.
De Nederlandse aanpak, waarin autonomie en welzijn centraal staan, resulteert in een stabielere arbeidsmarkt. Deze kent ook een lager retentierisico. Dit lagere risico levert direct voordelen op. Niet alleen voor werkgevers, maar ook voor vastgoedeigenaren die dit terugzien in de vorm van een stabielere huurdersbasis.
Het kantoor moet geen verplichting zijn, maar een bestemming waar medewerkers graag naartoe gaan. Daarvoor is investeren in een kwalitatief hoogwaardige, goed bereikbare kantooromgeving essentieel. Dat versterkt niet alleen de aantrekkingskracht van de werkplek, maar draagt ook bij aan het behoud van medewerkers en het zorgt voor de lange termijn voor stabiele huurverhoudingen.
Implicaties
Het kantoor is niet langer een vanzelfsprekendheid. Het is meer een bestemming die zijn waarde keer op keer moet bewijzen. Voor de Nederlandse vastgoedmarkt betekent dit een duidelijke oproep tot actie:
Voor kantoorgebruikers (occupiers)
Gebruik het kantoor strategisch: Zet de fysieke werkplek in om een cultuur op te bouwen, samenwerking te stimuleren en talent aan je te binden.
Optimaliseer het portfolio: Analyseer het ruimtegebruik grondig. De toekomst vraagt om een kwalitatief sterke en strategisch gelegen kantoorruimte.
Prioriteer welzijn: Maak van de werkomgeving een plaats die de gezondheid van medewerkers actief ondersteunt. Te beginnen bij de basis van lucht, licht, geluid en temperatuur.
Voor vastgoedinvesteerders
Investeer in topkwaliteit: De vraag naar premium, duurzaam en technologisch geavanceerd kantorenvastgoed neemt toe. Differentieer in voorzieningen, services en flexibiliteit.
Focus op de ‘health & wellbeing’ agenda: Gebouwen met certificeringen als WELL en BREEAM die inzetten op Paris Proof, hebben een duidelijke voorsprong. Maak van een gezonde omgeving de kern van de propositie.
Stilstand is achteruitgang: Door te investeren in basiscomfort en duurzaamheid voorkom je waardeverlies. Hiermee vergroot je de relevantie en aantrekkingskracht van je vastgoed.